Doe Het Zelf Darmkankertjes
Op dit ogenblik is er even weinig te zeggen. We liggen in de loopgraaf en wachten tot Bangma later dit jaar met z'n eindrapportage inclusief letselschaderapport afkomt. Mocht zich in de tussentijd boven het maaiveld iets voordoen dat ons niet bevalt dan zullen we direct schieten. Verder zal ik de rechterkolom gaan verbeteren en regelmatig met nieuwscommentaar komen in Urowatch (en dat aankondigen in mededelingen).
Dan las ik afgelopen week in de Volkskrant dat Minister Schippers vanaf 2013 darmkankerscreeniing wil gaan invoeren. Een groot succes voor het KWF die hier al jaren voor lobbiet. Als dit werkelijk allemaal doorgaat krijgen 3,5 miljoen Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar een doe-het-zelf pakketje toegestuurd bestaande uit een buisje plus stick die ze in hun ontlasting moeten duwen en vervolgens terug in het buisje moeten doen. Het pakketje kan ongefrankeerd retour en wordt dan onderzocht op de aanwezigheid van sporen bloed, die een aanwijzing kunnen zijn voor darmkanker of van poliepen die mogelijk tot kanker kunnen evolueren. Worden sporen bloed aangetroffen danvolgt een coloscopie ( onaangenaam kijkonderzoek vd darm)
Uit de Volkskrant: Als 60% meedoet, zullen zich jaarlijks tachtigduizend mensen in het ziekenhuis melden met bloed in de ontlasting. Bij een kleine 10 procent van hen wordt bij een kijkonderzoek kanker gevonden, bij 40% poliepen. Bij de helft is dus prake van loos alarm. Dat is veel, erkent hoogleraar Kuipers; maar er zit voor de deelnemers ook een gunstige kant aan: na een kijkonderzoek hebben ze voor zeker 10 jaar zekerheid. De poliepen groeien zeer traag.
Zo dit is dus ook weer mega, mega. En moet je de professor horen met z'n 10 jaar zekerheid, de onruststoker! In het VK-artikel wordt gesproken over 1400 minder sterfgevallen aan darmkanker per jaar door screening. Jaarlijks is de sterfte nu ca 5000 dwz ca 30% minder. Als dit klopt is dat beter dan het resultaat van prostaatkankerscreening, maar dan nog. Het aandeel van sterfte door darmkanker van de totale sterfte bij 55 plussers is circa 3-4%. Het netto effect is daarom maar circa 1%. Verder moet je bedenken dat veel van de sterfte aan darmkanker op hoge leeftijd is, sterf je niet aan darmkanker dan sterf je niet lang daarna wel aan iets anders.
Kankerscreening is een drama, een dieptepunt in de geneeskunde. Bij bosjes worden symptoomloze mensen met prostaatkankertjes, mammobielkankertjes en darmkankertjes uit het leven gehaald en de kliniek in gejaagd om vervolgens in grote getale verminkt weer teruggezet te worden (impotent, incontinent, met toegetakelde of afgesneden borsten en stoma's). Dit alles om sterfte aan deze kankertjes op meestal hoge leeftijd te voorkomen waar Magere Hein al snel iets anders voor ze heeft.
30 mei 2011
16 mei 2011
De Double Speak van Schreibtisch Dokters
In het begin van de 90er jaren begon de PSA-test in de Verenigde Staten populair te worden voor de vroege opsporing van prostaatkanker. In Europa werden toen nauwelijks PSA-testen gedaan behalve voor de follow-up van patienten die hormonale therapie kregen. Dat veranderde toen Fritz Schroeder naar Rotterdam kwam. Deze Duitse uroloog betoogde dat de ontwikkelingen in Amerika veelbelovend en interessant waren, maar dat het nog te vroeg was om in Europa de Amerikaanse trend te volgen. Daarvoor was eerst onderzoek nodig en niet zomaar een onderzoekje maar een Mega-onderzoek. Deze Double Speak, wel veel belovend maar niet zo veel belovend om meteen maar op de Amerikaanse tour te gaan, is kenmerkend gebleven voor het taalgebruik van het ERSPC zoals dit Mega-onderzoek zou gaan heten. Aan het ERSPC, met als hoofdkantoor Rotterdam, deden ruim 160000 mannen mee in verschillende europese landen.
In 1995 schreef ik al dat een dergelijk onderzoek schadelijk en overbodig was. Vantevoren was al duidelijk dat tegenover een mogelijk voordeel voor enkelen op de lange termijn, een groot nadeel zou staan voor velen op de korte termijn. Ik concludeerde dat het onderzoek daarom moreel gezien onaanvaardbaar was. De reactie van Schroeder hierop was dat hij juist wilde kwantificeren hoe groot de respectievelijke voor- en nadelen waren. Dat voor deze kwantificatie proefpersonen in grote getalen impotent en incontinent gemaakt moesten worden was blijkbaar van secundair belang. In 2009 verscheen dan eindelijk een publicatie over het mogelijke voordeel van PSA-Screening: een verlaging van de sterfte door prostaatkanker van 0,07%! De publieksmedia kopten "Screening kan prostaatkankersterfte verlagen" Wat de prijs is deze 0,07% sterfteverlaging weten we nog steeds niet. Eerst zou de zg "Quality of Life studie" (lees letselschadestudie) in 2009 gepubliceerd worden, toen in 2010 en de laatste belofte is dit najaar. We zullen zien....
Met het ERSPC kwam PSA in Europa. In talloze roadshows, symposia en postcodeloterij-achtige mediaoptredens werd al die jaren dezelfde dubbelzinnige boodschap verkondigd dat PSA-screening veelbelovend was, maar ook meer onderzoek om het nut wetenschappelijk te bewijzen. Patienten en urologen namen begrijpelijkerwijs maar een voorschot op dit wetenschappelijk bewijs en vroegen respectievelijk gaven de PSA-test. Zo kwam het slechtste soort Amerikaanse geneeskunde toch via de achterdeur naar binnen.
De opvolger van Schroeder, Bangma is van het zelfde laken een pak en voert een soort "Business as Usual" PR beleid. In antwoord "Ook zo blij met PSA?" kwam hij met z'n "PSA-Screening deugt" waarin hij op precies dezelfde manier als Schroeder indertijd het ERSPC verdedigt: "Zonder de getallen van de ERSPC is er niemand ter wereld die een gefundeerd oordeel kan geven over het nut van bevolkingsonderzoek. Alleen op basis daarvan kunnen overheden, en de Gezondheidsraad in Nederland, een uitspraak doen over de wenselijkheid van populatiescreening voor prostaatkanker." Weer gaat het alleen over getallen en weer niet over wat de proefpersonen is aangedaan om tot deze nietszeggende cijfertjes te komen. In ieder geval staat er in het najaar weer een confrontatie met Bangma op het programma, ook als hij er weer niet in slaagt z'n QoL onderzoek gepubliceerd te krijgen.
In het begin van de 90er jaren begon de PSA-test in de Verenigde Staten populair te worden voor de vroege opsporing van prostaatkanker. In Europa werden toen nauwelijks PSA-testen gedaan behalve voor de follow-up van patienten die hormonale therapie kregen. Dat veranderde toen Fritz Schroeder naar Rotterdam kwam. Deze Duitse uroloog betoogde dat de ontwikkelingen in Amerika veelbelovend en interessant waren, maar dat het nog te vroeg was om in Europa de Amerikaanse trend te volgen. Daarvoor was eerst onderzoek nodig en niet zomaar een onderzoekje maar een Mega-onderzoek. Deze Double Speak, wel veel belovend maar niet zo veel belovend om meteen maar op de Amerikaanse tour te gaan, is kenmerkend gebleven voor het taalgebruik van het ERSPC zoals dit Mega-onderzoek zou gaan heten. Aan het ERSPC, met als hoofdkantoor Rotterdam, deden ruim 160000 mannen mee in verschillende europese landen.
In 1995 schreef ik al dat een dergelijk onderzoek schadelijk en overbodig was. Vantevoren was al duidelijk dat tegenover een mogelijk voordeel voor enkelen op de lange termijn, een groot nadeel zou staan voor velen op de korte termijn. Ik concludeerde dat het onderzoek daarom moreel gezien onaanvaardbaar was. De reactie van Schroeder hierop was dat hij juist wilde kwantificeren hoe groot de respectievelijke voor- en nadelen waren. Dat voor deze kwantificatie proefpersonen in grote getalen impotent en incontinent gemaakt moesten worden was blijkbaar van secundair belang. In 2009 verscheen dan eindelijk een publicatie over het mogelijke voordeel van PSA-Screening: een verlaging van de sterfte door prostaatkanker van 0,07%! De publieksmedia kopten "Screening kan prostaatkankersterfte verlagen" Wat de prijs is deze 0,07% sterfteverlaging weten we nog steeds niet. Eerst zou de zg "Quality of Life studie" (lees letselschadestudie) in 2009 gepubliceerd worden, toen in 2010 en de laatste belofte is dit najaar. We zullen zien....
Met het ERSPC kwam PSA in Europa. In talloze roadshows, symposia en postcodeloterij-achtige mediaoptredens werd al die jaren dezelfde dubbelzinnige boodschap verkondigd dat PSA-screening veelbelovend was, maar ook meer onderzoek om het nut wetenschappelijk te bewijzen. Patienten en urologen namen begrijpelijkerwijs maar een voorschot op dit wetenschappelijk bewijs en vroegen respectievelijk gaven de PSA-test. Zo kwam het slechtste soort Amerikaanse geneeskunde toch via de achterdeur naar binnen.
De opvolger van Schroeder, Bangma is van het zelfde laken een pak en voert een soort "Business as Usual" PR beleid. In antwoord "Ook zo blij met PSA?" kwam hij met z'n "PSA-Screening deugt" waarin hij op precies dezelfde manier als Schroeder indertijd het ERSPC verdedigt: "Zonder de getallen van de ERSPC is er niemand ter wereld die een gefundeerd oordeel kan geven over het nut van bevolkingsonderzoek. Alleen op basis daarvan kunnen overheden, en de Gezondheidsraad in Nederland, een uitspraak doen over de wenselijkheid van populatiescreening voor prostaatkanker." Weer gaat het alleen over getallen en weer niet over wat de proefpersonen is aangedaan om tot deze nietszeggende cijfertjes te komen. In ieder geval staat er in het najaar weer een confrontatie met Bangma op het programma, ook als hij er weer niet in slaagt z'n QoL onderzoek gepubliceerd te krijgen.
Abonneren op:
Posts (Atom)