31 augustus 2009

11 pagina's zelfbevrediging,
5 pagina's misleiding


We gaan verder met onze droeve plicht....

Toen ik op 18 maart klaar was met het NEJM artikel bleven er nog zoveel vragen over dat ik blij was dat er nog een flink supplement (klik op supplementary material rechterkolom) bijgevoegd zat van 16 pagina's. Hierin zou ik ongetwijfeld data vinden die in het artikel zelf ontbraken. Ik open de PDF. Op pagina 1 staat: "Supplementary Appendix. This appendix has been provided by the authors to give readers additional information about their work." Hoera, precies waar ik naar op zoek was.

Snel naar pagina 2, appendix 1, dit begint met dankbetuigingen aan een lijst van Rotterdamse medewerkers van het ERSPC, ik scroll naar beneden maar de lijst loopt nog steeds door. Dan naar pagina 3. Halverwege deze pagina zijn alle Rotterdammers bedankt, dan komt Belgie. Ik scroll naar beneden, de lijst loopt door. Hmm. Inmiddels ben ik op pagina 4, waarop nog een Belg en vervolgens worden medewerkers uit Zweden en Finland bedankt. Wat is dit? Verder naar pagina 5 vol met namen uit Italie, Spanje en Zwitserland. Pagina 6 nog een paar Zwitsers en Engelsen tot halverwege de pagina. He, he, dan nu graag de Additional Information. Pagina 7, appendix 2, een hele pagina met subsidierende instanties en sponsors. Pagina 8, appendix 3, taak, doelstellingen en plichten van het Pathologie Comité plus 4 referenties van publicaties. Ik trok de abstracts na die ook weer gingen over taak en doelstellingen van het comite of anderszins irrelevant waren, behalve 1 met het verbijsterende resultaat dat het percentages Gleason 8 en hoger in de verschillende landen varierde tussen 2 en 11%. Waarom geen commentaar of toelichting hierop op pagina 8? Pagina 9: Lijst van leden van het Pathologie Comité. Pagina 10, appendix 4, Medisch Ethische Goedkeuringen per land. Opsomming van namen en codenummers van de verschillende toezichthouders. Pagina 11: vervolg lijst toezichthouders.

In plaats van meer informatie te geven over hun werk hebben de onderzoekers nu 11 pagina's lang alleen maar over zichzelf gepraat en elkaar en hun sponsors bedankt. Er resten nog 5 pagina's.

Pagina 12, appendix 5. Tabel 1A. Dit is een in wezen vergelijkbare tabel als tabel 1 in het NEJM artikel, alleen zijn hier ook mannen boven de 70 meegenomen en tussen de 50 en 55 jaar. Deze leeftijdsgroepen maken echter geen deel uit van de ERSPC onderzoeksgroep. Na een tabel 1A verwacht je nog een tabel IB, maar die komt niet. Pagina 13, appendix 6, tabel A, T stadium distributie en Gleason score distributie, deze keer wel van de onderzoeksgroep. T stadium onbekend bij 11% in de screeningsgroep en 25% in de controlegroep, Gleasonscore onbekend bij respectievelijk 19% en 36%. De onderzoekers noemen dit "not yet in database". Dit is de bloody limit. Na 31 december 2003 werden geen nieuwe deelnemers meer gerecruteerd. Na ruim 5 jaar nog steeds niet in de bestanden?? Pagina 14, tabel B. Dit is zielig. De T stadia worden nu gecorrigeerd voor de onbekende gevallen "assuming similar stage distribution for missing cases" Waarom zouden we dit aannemen? De Gleason scores worden dan weer niet gecorrigeerd, wat inconsequent is. Het zou me niet verbazen als dit gewoon vergeten is in dit document dat sterk de indruk maakt met grote haast op het allerlaatst in elkaar geflanst te zijn. Pagina 15, appendix 7, tabel behandelingen per onderzoeksarm, zonder toelichting. Zoals in alle tabellen weer gepoolde data waar hier nog bijkomt dat de verschillende behandelingen, in totaal 8, niet gestratificeerd zijn naar T stadium. Je zou hier kunnen spreken van dubbel gepoolde data, een cijferbrij zonder betekenis. Wel van betekenis is dat ook in deze tabel weer het soort behandeling onbekend is in screeningsgroep en controlegroep in respectievelijk 12% en 27%. Pagina 16, vals 2 koloms tabelletje over sterfte binnen 30 dagen na diagnose per onderzoeksarm, zonder toelichting. Sterfte screeningsgroep 13, sterfte controlegroep 23. Hier gaat een misleidende suggestie van uit. De sterfte in de screeningsgroep is direct na randomisatie bij diagnose van een PSA Prostaatkankertje, de sterfte in de controlegroep kan vele jaren later optreden bij een klinische diagnose. Sterfte binnen 30 dagen in de screeningsgroep. Dit is sterfte bij van de straat geplukte mannen die niets mankeerden. Wat kan dit anders zijn zijn dan sterfte aan de complicaties rond een RP?

Denken ERSPC-Media.Org en de onderzoekers indruk te maken met hun Kremlin-achtige supplement? Waarschijnlijk wel. In plaats van een helder stuk te presenteren met overzichtelijke datapresentatie en bespreking zodat de lezer zich een oordeel kan vormen, is er alles aan gedaan de lezer te ontmoedigen. Dat geldt zowel voor de publicatie als het supplement. Ze lijken erop te gokken dat door zo onleesbaar mogelijk te schrijven, de lezer plat te bombarderen met comités, commissies en stuurgroepen, deze murw geworden vanzelf wel afhaakt en hun conclusies voor zoete koek aanneemt. Zo niet PSA Prostaatkankertjes. We wachten verder vol geduld op de zg "Quality of Life" publikatie die dit fijne gezelschap nu al 5 maanden lang belooft. In de tussentijd scherpen we de messen.

Geen opmerkingen: